CHRISTELIJKE ENCYCLOPEDIE
Onder redactie van
Prof. Dr. F. W. Grosheide en Prof. Dr. G. P. van Itterzon
Redactie Secretaris
Mr. W. E. Steunenberg
Band VI
Saadja—Zwoll
J. H. Kok N.V. Kampen
1961
Zuid-Afrika, Republiek van
I. Land en volk. Z. omvat territoriaal de z.-punt van het Afrik. continent en bestaat uit 4 provincies, de Kaap, Natal, Oranje-Vrijstaat en Transvaal. Z. telt ca. 15.850.000 inwoners, waarvan 3.070.000 blanken, 1.490.000 zg. kleurlingen (mensen van gemengd bloed), 480.000 Aziaten en 10.810.000 Bantoes (inboorlingen). De samenleving binnen het territoir van Z. van deze rassengroepen met elk zijn eigen beschavingspeil vormt het grootste politieke probleem van Z.
Z. is geen kolonie, zodat vergelijking met koloniale problemen elders, ook in Afrika, niet opgaat; ook analoge oplossingen, i.e. dus ontruiming door de blanke bevolkingsgroep, falen hier. Z. is het meest ontwikkelde gebied van geheel Afrika en kent méér dan enige der Afrik. landen de problematiek van de moderne industriestaat, het grotestadsprobleem etc.
Z.is officieel een tweetalig land: het Afrikaans (ca. 55%) en het Engels (ca. 45%). De Afrik. taal is ontstaan door de inwerking van verschillende bekende en onbekende invloeden op de oorspronkelijk Ned. taal, die aan de Kaap werd gesproken. Er is een rijke Afrik. litt. Het Eng. sprekende volksdeel sluit cultureel, godsdienstig en politiek aan hij Engeland.
De Afrik. sprekende bevolking is gerecruteerd uit oorspronkelijk praktisch alle Eur. volkeren, door vermenging tot een geïntegreerde bevolkingsgroep geworden. Het grootste deel van deze groep is echter van Ned. afkomst. De Ned. vestiging in Z. dateert uit 1652, toen de Ned. O.-Ind. Compagnie aan de Kaap een verversingspost stichtte. Spoedig reeds trok deze sterk groeiende bevolking het binnenland in en kwam daar voor het eerst in aanraking met inlandse stammen, die omstreeks dezelfde tijd uit het n. naar meer z. lijk gelegen gebieden trokken, het huidige Z. In 1806 werd de Kaap definitief Eng. gebied. Hoofdzakelijk tengevolge van ontevredenheid over het Eng. bestuur vond tussen 1834-1838 de zg. Grote Trek plaats, waarbij ca. 100.000 boeren zich gingen vestigen in de gebieden Natal, Oranje-Vrijstaat en Transvaal. Het Eng. bestuur lief hen echter niet met rust en annexeerde de door de boeren gecultiveerde gebieden, telkens weer, als de boeren nieuwe terreinen ontgonnen hadden. Na twee oorlogen tegen Engeland moesten de boeren eindelijk hun vrijheid prijsgeven en worden de vier provincies Eng. gebied. In 1910 smolten de vier provincies samen tot de Unie van Z., die na een belangwekkende constitutionele ontwikkeling op 31 mei 1961 zich als de Republiek van. Suid-Afrika van de Britse kroon losmaakte.
II. Voornaamste kerken. a. De Afrik. bevolking is overwegend Ger., terwijl haar grootste groep behoort tot de historische – Nederduitse Ger. Kerken, die direct voortkomt uit de Ned. Ger. Kerk welke met Jan van Riebeeck in 1652 naar de Kaap kwam. De Kaapse gemeenten stonden aanvankelijk in correspondentie met de classis A’dam. Verschillende factoren hebben de ontwikkeling van de kerk aan de Kaap geremd, vooral het feit, dat de kerk eerst onder bevoogding stond van de O.-Ind. Compagnie, daarna van de Eng. gouverneurs. De eerste synode werd gehouden in 1824. Hoewel de Ned. Ger. Kerk in meerdere of mindere mate onderhevig is geweest ook aan de theol. en kerkelijke ontwikkelingen in het 19e eeuwse Europa (vooral Nederland), heeft zij de strijd tegen het liberalisme gewonnen en handhaaft zij tot heden toe zonder restrictie de Drie Formulieren van Enigheid. Door een minderheidsgroep in de vorige eeuw de kerk binnengedragen vrijzinnige denkbeelden zijn beslist afgewezen, toen tot schorsing van vrijzinnige pred. in 1862 werd overgegaan (alhoewel de schorsingen tengevolge van een onjuiste procedure door de burgerlijke rechter nietig worden verklaard). Dit standpunt wordt nog steeds gehandhaafd. Als gevaar voor deze kerk wordt dikwijls gesignaleerd de ontwikkeling naar Volkskerk, waarbij dan vooral gevreesd wordt de verslapping in de kerkelijke tucht.
De Ned. Ger. Kerk heeft een typisch eigen vroomheidsklimaat, veelal mede gevolg van de invloed van Schotse pred. die in de 19e eeuw verschillende gemeenten dienden. Hoewel beslist presbyteriaal in haar kerkregering, vertoont deze Kerk ook in dit opzicht nog enkele sporen van de invloed van het Ned. Herv. kerkrecht uit het begin van de 19e eeuw, hoofdzakelijk naar de formele zijde, terwijl voorts invloed van het Schotse presbyteriaanse kerkrecht te speuren valt. Een nieuwe kerkorde is thans in bewerking, welke o.a. de Ned. Ger. kerken in de 4 provincies en in ZW.-Afrika, die tot heden nog elk een eigen organisatorisch zelfstandig bestaan leiden, in één kerkverband zal samenbrengen. De pred. worden opgeleid in Stellenbosch en Pretoria. Deze kerkengroepering onderhoudt veel oecumenische contacten en is o.a. lid van de Ger. Oecumenische Synode en van de Presbyteriaanse Wereldalliantie. De Nederduitse Ger. Kerk telt 870 gemeenten met totaal 1.150.000 lidmaten. Intensieve zendings-arbeid deed reeds 10 inlandse kerken ontstaan in ZW.-Afrika, Rhodesië, Nyasaland, N-Nigerië, Kenya, de Britse protectoraten en in Z. zelf. De Nederduits Ger. Kerk moet gerekend worden tot „de meest tot zending bereidwillige kerken van de wereld” (Visser ‘t Hooft). Totaal ¾ miljoen niet-blanken behoren tot de N. G. Kerken.
Naar grootte volgt de Nederduitsch Herv. Kerk van Afrika. Voor haar geschiedenis zie Nederduits Hervormde Kerk van Afrika. Deze kerk telt thans (1961) 200 gemeenten met 140.000 lidmaten. Het kerkelijk klimaat is min of meer te vergelijken met dat van de confessionele richting in de Ned. Herv. Kerk, met welke kerk nauwe banden bestaan. De belangstelling voor de zending is van recente datum. De Nederduitsch Herv. Kerk van Afrika wil op het voetspoor van de Ned. Herv. Kerk volkskerk zijn.
De Ger. Kerk in Suid-Afrika is de kleinste van de 3 Afrik. kerken en telt 200 gemeenten met 90.000 lidmaten. Deze kerk is gesticht in 1859 onder leiding van ds. D. Postma – (zie verder ook Doppers). Deze Kerk openbaart een eigen vroomheidstype en legt in de prediking vooral nadruk op de uitverkiezing – en het verbond en beschouwt zichzelf als de enige ger. kerk in Z. De opleiding van pred. geschiedt in Potchefstroom. De invloed van deze kerk is groter dan het aantal lidmaten zou doen vermoeden, hetgeen zeker ook oorzaak vindt in het feit, dat aan het onderwijs veel aandacht wordt besteed. Gedurende de voorbije laatste jaren heeft ook de zaak van de zending zich in een sterkere belangstelling mogen verheugen dan voorheen wel het geval was. In alle vier provincies van Z. wordt nu zendingsarbeid verricht (ca. 6.000 niet-blanke lidmaten).
Van de Eng. sprekende bevolking van Z. behoort het grootste gedeelte tot de Church of the Province of South Africa, die in organisatorisch verband staat tot de Anglic. Kerk in Engeland. Deze kerk telt 14 bisdommen met 375.000 blanke en 745.000 niet-blanke lidmaten. Daarnaast staat de Church of England in South Africa, een kleinere groepering, die hoofdzakelijk op grond van leerstellige overwegingen van de Church of the Province gescheiden is. Zij pretendeert de enige ware Anglic. Kerk in Z. te zijn.
De belangrijkste andere kerken onder b. zijn: de Methodist Church (110.000 blanke en 700.000 niet-blanke lidmaten), de Presbyterian Church (31.000 blanke en 20.000 niet-blanke lidmaten), de Baptist Union (48.000 blanke en 100.000 niet-blanke lidmaten) en de Congregational Churches (8.000 blanke en 90.000 niet-blanke lidmaten).
De R.-K. Kerk telt onder de blanken vooral aanhangers onder de Eng. sprekende bevolkingsgroep. Hot totale aantal R.-K.en bedraagt in Z. ca. 5%, van de totale bevolking.
Voorts is Z. blijkbaar ook een voor talrijke sekten ontvankelijk land, waarvan de meeste uit de Ver. Staten afkomstig zijn. De Pinksterbeweging heeft reeds zoveel aanhang, dat zij een niet meer te verwaarlozen groep is, terwijl een groepering als van de Apostolische Geloofszending de typische sekte-kenmerken gaat verliezen en zich in de richting beweegt van het kerk-worden.
III. Het niet-blanke bevolkingsdeel en het Christendom. Het moeilijkst te bereiken voor het Evangelie is het Aziatische deel van deze bevolkingsgroep. Slechts een zeer klein percentage van hen is voor het Christendom gewonnen. De groep van de zg. kleurlingen behoort voor het grootste deel tot een kerkverband. Het grootste aantal lidmaten onder hen telt de Ned. Ger. Kerk (ca. 30%).
Van de Bantoe- bevolking is ongeveer de helft gekerstend. Naast het werk onder de Bantoebevolking, dat door de bovengenoemde kerken, wordt gedaan, wordt er ook veel zendingsarbeid gedaan onder hen door buitenlandse zendingsgenootschappen. Van de Duitse zendingsgenootschappen zijn het belangrijkst het Moravische, Rijnse, Berlijnse en Hermannsburgse Zendingsgenootschap.
Het Fr, Parijse Zendingsgenootschap werkt hoofdzakelijk aan de Witwatersrand (Johannesburg) en in Basoetoeland. Tenslotte werken een tiental zendingsgenootschappen uit de Scandinavische landen, een twaalftal uit de Ver. Staten, een Fins en een Zwitsers zendingsgenootschap ook al jaren lang in Z.
Een bijzonder verschijnsel is het grote aantal separatistische groepen, die zich van de bestaande kerken afscheiden en waarbinnen dan veelal niet meer dan een stuk herleefd heidendom versierd met enkele chr. elementen tot leven gaat komen. Deze groepen hebben ook vaak een sterk nationalistische inslag. De belangrijkste van de verschillende factoren, die het zendingswerk bemoeilijken, is de groeiende antipathie tegenover de blanken. Het Christendom wordt gemakkelijk vereenzelvigd met de blanke, en zo moeten niet-blanke christenen vaak veel smaad verduren van hun eigen rasgenoten. Onder deze omstandigheden ook vinden communistische ideeën veel makkelijker ingang bij deze bevolkingsgroep.
Litt.: A. Moorrees, Die Nederd. Ger. Kerk in Suid-Afrika 1652-1873; G. B. A. Gerdener, Geskiedenis van die Ned. Ger. Kerke in Natal, Vrystaat en Transvaal, Kaapstad 1934; G. D. Scholtz, Die Geskiedenis van die Nederd. Herv. of Ger. Kerk van Suid-Afrika, 2 dln., Kaapstad 1956 en 1960; S. P. Engelbrecht, Geskiedenis van die Nederd. Herv. Kerk van Afrika, Pretoria 1953; J. P. Jooste, Die Geskiedenis van die Ger. Kerk in Suid-Afrika, 1859-1959, Potchefstroom 1959; officiële uitgave van de Church of the Province: The Historical Records of the Church of the Province of South Africa; G. B. A. Gerdener, Recent Developments in the South African Mission Field, Kaapstad 1958; Eric A. Walker, A History of Southern Africa, Londen 19573; S. F. N. Gie, Geskiedenis van Suid-Afrika, Stellenbosch 1942; D. W. Kruger, South African Parties and Policies, Kaapstad 1960; G. L. van Heerde, Twee eeue van Sendingwerk; idem, Die Dag van Kleine Dinge, Ned. Ger. Kerkuitgewers, Kaapstad; Offisiële jaarboek van die Unie van Suid-Afrika 1960.
WD JONKER
[’n Artikel van WD Jonker in Christelijke Encyclopedie 1961]