Op Zoek naar de Identiteit van de Kerk – Boekbespreking

OP ZOEK NAAR DE IDENTITEIT VAN DE KERK

Dr R. Boon, Op Zoek naar de Identiteit van de Kerk. Uitgeverij GF Callenbach NV, Nij­kerk, 1970.

WD Jonker
Boekbespreking – Gereformeerd Weekblad 6 November 1970

In een tijd waarin van vele kanten gevraagd wordt naar de eigenlijke identiteit van de kerk, doet dit boek van Dr Boon zonderling “tijdloos” aan. Dat is niet het geval, omdat de schrijver geen kennis draagt van de vele eigentijdse antwoorden die op deze vraag gegeven worden. Hoewel de tekst van het boek reeds in de nazomer van 1967 werd afgesloten en de literatuur uit de afgelopen drie jaren dus niet verwerkt kor worden, wil het niet zeggen dat de schrijver niet goed op de hoogte zou zijn met de antwoorden in verband met de identiteit van de kerk die van alle kanten gesuggereerd worden. Het bijna tijdloos karakter van dit boek moet eerder gezocht worden in het feit dat de schrijver een antwoord op de vraag naar de identiteit van de kerk gaat zoeken op een andere plaats dan velen die zeer tijdgebonden antwoorden geven. Hij gaat terug naar de bronnen waaruit de kerk voortgekomen is en zoekt een inzicht te verschaffen in de eschatologische aspecten van het geloven en belijden, het hopen en verwachten van de kerk, ten einde zó te komen tot een nadere bepaling van wat de eigenlijke identiteit van de kerk uitmaakt.

Het boek legt een welsprekend getuigenis af van de grote kennis die de schrijver zich heeft eigen gemaakt van de synagogale literatuur, maar ook van de oud -christelijke literatuur en de kerkvaders. Zijn bekende belangstelling voor liturgische kwesties speelt ook weer een grote rol in deze publicatie. Het is merkwaardig, dat de schrijver vanuit zijn inzet in een grotere interesse voor het Oude Testament – een interesse die hij met velen in onze tijd deelt – tot zoveel belangwekkender resultaten voor de identiteit van de kerk komt, dan vele anderen die het Oude Testament als een springplank gebruiken om tot allerlei oppervlakkigheden te komen over een alleen maar aards heil en een exodus- boodschap die langzamerhand ook al weer gaat vervelen vanwege het gebrek aan diepte. Een boek als dit van Boon maakt hierop een gelukkige uitzondering. Er staan vele rake opmerkingen in. Op allerlei punten ziet men meteen door wat de schrijver zegt, ongekende vergezichten en worden bijbelse verbanden duidelijker.

Misschien zullen velen het gevoel hebben dat de schrijver niet precies geboden heeft wat de titel van zijn boek belooft. Dan moet men bedenken dat het hier om een eerste deel van een trilogie gaat, waarvan de andere delen nog moeten verschijnen. Overigens heeft men in dit deel reeds voldoende om de contouren van de kerk te zien verschijnen en haar identiteit als geloofsgemeenschap beter in het oog te vatten.

Als kritische vraag zou men moeten stellen of de schrijver niet in zijn teruggrijpen op de synagogale erfenis te onkritisch te werk gaat en te weinig de afstand tot uitdrukking brengt tussen de weg die door het Christendom gegaan moest worden, en de weg van de synagoge. Overigens: het boek wordt van harte aanbevolen.