DE ACTUALITEIT VAN DE DIAKONIOLOGISCHE VAKKEN
WD Jonker
ThHK – Theologische Hogeschool Kampen
Jaargang 5 nommer 1, April 1969
Er is niet de minste twijfel aan dat de diakoniologische vakken in onze tijd meteen midden in de belangstelling zijn komen te staan. Natuurlijk is er ook vroeger altijd belangstelling voor dit onderdeel van de theologische wetenschap geweest, maar wat we vandaag meemaken, is toch iets geheel nieuws Een zijtak van het theologische organisme die lange tijd zelfs niet als theologische wetenschap in de echte zin van het woord beschouwd is en zich meestal tevreden moest stellen met de behandeling die paste bij de opvatting dat de praktische theologie toch maar het assepoestertje van de theologie is, ziet meteen zijn aandelen op een dergelijke wijze stijgen, dat het weinig scheelt of dit vakgebied gaat een beheersende en centrale positie in de theologische huishouding innemen, zodat de andere vakken hun positie min of meer in verband met hun betekenis voor de praktische theologie moeten bepalen.
De oorzaken van deze ontwikkeling kunnen hier niet allemaal besproken worden, maar sommigen van deze zijn toch zo voor de hand liggend, dat wij ze even moeten noemen.
Er is, om mee te beginners, de grote theologische vernieuwing van na de eerste wereldoorlog geweest die eigenlijk helemaal geïnspireerd geweest is door de vraag naar de prediking, de verkondiging in de wijdste zin van het woord Het is bekend dat de theologie van het Woord niets anders dan Verkündigung-theologie wil zijn en dat Karl Barth met name de theologie als zodanig alleen maar kon waarderen als voorbereiding voor en dienst aan de kerkelijke verkondiging.
Nu is het waar dat Karl Barth zelf alle klem gelegd heeft op de dogmatiek als het vakgebied waarin wij de antwoorden moeten ontvangen op de vraag wat we moeten verkondigen, zodat er zelfs geklaagd kon worden dat hij aan de praktische theologie maar weinig aandacht besteedde en aan de praktische theologie zelfs een uiterst bescheiden plaats toegekend heeft. Bij Barth zou de zuigkracht van de dogmatiek namelijk zo groot zijn dat de praktische theologie door de dogmatiek dreigde verzwolgen te worden.
Dit bezwaar tegen Barth zal wel een element van waarheid bevatten Dat neemt echter niets weg van het feit dat het theologische programma van Barth en zijn medestanders een nieuw accent op de verkondiging gelegd heeft dat aan de zaak waarmee de praktische theologie zich bezig houdt, een nieuwe relevantie geschonken heeft. Laat het dan waar zijn dat Barth zelf als dogmaticus de verhoudingen wat overtrokken heeft en dat velen die door hem geïnspireerd waren, ook niet verder konden komen dan de dogmatische beklemtoning van de gerichtheid van alle theologie op de daad van de kerkelijke dienst – zo erg zelfs, dat de praktische theologen uit de kring van de theologie van het Woord allen tot quasi-dogmatici werden die bijna eindeloos konden doorpraten over de macht van het Woord – het feit blijft staan dat het belang van het kerkelijk handelen meer dan ooit tevoren als het uiteindelijk doel van de theologie op de voorgrond gesteld werd.
Het merkwaardige is dat men daarbij niet kan zeggen dat het alleen Barth en zijn directe medestanders waren die dit accent op de verkondiging gelegd hebben Het blijkt namelijk dat dit accent een grote rol speelt in de theologie van allen die aanvankelijk in de kring rondom Zwischen den Zeiten verenigd waren, en dat dit accent deze groep is blijven verbinden dwars door alle verschillen heen die later naar voren gekomen zijn en de scherpste tegenstellingen zouden veroorzaken Zo is de theologie van Rudolf Bultmann niet minder verkondigingstheologie dan de theologie van Karl Barth Welke tegenovergestelde posities de leerlingen van Barth en de leerlingen van Bultmann ook mogen innemen, over een zaak schijnt er een consensus te zijn die op meerdere punter contacten tussen deze groepen legt: de overtuiging dat de theologie op de verkondiging gericht is en zichzelf alleen maar behoort aan te dienen als een wetenschappelijke voorbereiding voor de prediking Dat is onlangs nog weer in ronde woorden uitgesproken door Heinrich Ott in zijn bijdrage in het Festschrift voor E Thurneysen, Wort und Gemeinde (1968), en dat staat geschreven in het theologisch programma van alle theologen van de generatie na de grote figuren die we genoemd hebben.
Dit feit is voor de diakoniologische theologie van het allergrootste belang, want wat door dogmatici en exegeten als één van de grondbeginselen van de beoefening van de theologie als zodanig vooropgesteld wordt, moet natuurlijk een of andere tijd in de praktijk zijn vruchten dragen Het is daarom niet vreemd dat wij in het gesprek over de herstructurering van de theologische studie telkens getroffen worden door een zwaar accent op de plaats van de praktische theologie in de theologische opleiding Het is of de ogen meteen open gegaan zijn voor allerlei gebreken in de theologische studie die samenhangen met het feit dat de theologische vorming van de studenten te veel gericht was op een mogelijke deelname aan theologisch onderzoek als theoretische beoefening van de wetenschap, en te weinig op het wezenlijk doel van de theologische studie, namelijk “dass Prediger des Evangeliums erzogen werden” (Ott). Men hoort telkens weer betogen dat de theologische studie niet om zichzelfs wil bedreven mag worden, maar ter wille van de kerk, ter wille van de prediking, de zielzorg en de catechese (vgl. onlangs nog weer Bolkestein in Kerk en Theologie, 1969, 72–73) Wij staan hier klaarblijkelijk voor een theologische consensus die zó sterk is, dat het niet meer denkbaar is dat die voor de opzet van de theologische studie onvruchtbaar kan blijven Is dat echter waar, dan is het meteen duidelijk dat de praktische theologie als de wetenschappelijke bestudering van de dienst van de kerk een nieuwe positie zal moeten innemen en een zwaardere verantwoordelijkheid in het geheel van de theologische studie op zich zal moeten nemen.
Er is intussen een tweede oorzaak te noemen voor de nieuwe belangstelling in de diakoniologische vakken Deze oorzaak moet gezocht worden in de sterke missionaire gerichtheid van de kerk en de theologie in onze eeuw In dit opzicht plukt de twintigste eeuw de vruchten van de missionaire bewogenheid die in de negentiende eeuw, vaak buiten de ambtelijke kerk om, een geweldige rol gespeeld heeft in de ontplooiing van de wereldzending Deze bewogenheid is in de twintigste eeuw tot een dringend appèl aan het adres van de kerk geworden, die niet alleen in de praktijk door dit appèl geraakt is, maar ook theologisch de ware zin van het bestaan van de kerk als een bestaan voor de wereld ontdekt heeft Bovendien is de kerk gedwongen om zichzelf rekenschap te geven van zijn roeping in een tijd waarin het steeds duidelijker werd dat de grote massa’s bezig waren de kerk de rug toe te keren Zo is de theologie van het apostolaat in Nederland een van de vormen waarin het besef van het geroepen-zijn van de kerk om op de wereld gericht te zijn, zich geopenbaard heeft, maar men zal toch moeten zeggen dat dit besef in de theologie van Barth en Bultmann en – niet te vergeten – Bonhoeffer een beslissende rol gespeeld heeft.
Ook hier kan men spreken van een consensus die alle theologische tegenstellingen doorkruist De hele moderne ontwikkeling in de theologie is ondenkbaar zonder het missionaire of apostolaire bewustzijn. Men kan hier bijvoorbeeld aan de theologie van Rudolf Bultmann en zijn medestanders denken, of ook aan de theologie van Paul Tillich. Wanneer wij terecht bezwaar maken tegen de rol die de idee van “de moderne mens” in deze theologieën speelt, dan moeten wij daarbij nochtans bedenken dat het natuurlijk niet de bedoeling van deze theologen geweest is een uitverkoop van het evangelie te houden, maar om een verband te leggen tussen Christendom en cultuur, waardoor het mogelijk zou zijn de moderne mens in zijn huidige culturele situatie aan te spreken op een wijze die voor hem nog verstaanbaar is Al zal men dus moeten zeggen dat het resultaat van deze theologieën veelal desastreus geweest is, omdat men niet alleen de moderne mens veel te academisch en wijsgerig, en daarom ook irreëel gedacht heeft, maar ook hetgeen voor de moderne mens aanvaardbaar zou zijn, te veel als een constitutieve factor bij de vraag naar de inhoud van de verkondiging gehanteerd heeft, blijft het nochtans waar dat het missionaire bewustzijn van de kerk echter deze theologieën staat In deze theologieën wordt de vraag naar het adres van de kerkelijke verkondiging zeer reëel gesteld Wij kunnen de wijze waarop deze vraag beantwoord is, radicaal afwijzen, maar dan blijft de vraag toch nog in ons theologisch programma geschreven en we kunnen deze vraag niet meer veronachtzamen.
Waar deze vraag echter serieus genomen wordt. staan wij voor het probleem van de communicatie En wie theologisch met de communicatie van het evangelie bezig wil zijn, zal moeten erkennen dat het niet mogelijk is alleen maar een nieuwe theologische hermeneutiek te ontwikkelen – een taak waaraan de exegese en de dogmatiek zich tot nu toe gewijd hebben – maar dat het ook noodzakelijk is binnen het arbeidsveld van de diakoniologische vakken de vragen rondom de communicatie aan de orde te stellen De praktische theologie is de theologische wetenschap die heel specifiek geïnteresseerd is in alle vragen rondom de overdracht van de boodschap aan de mens van vandaag Daarom staat de praktische theologie ook voortdurend in contact met de zogenaamde sociale wetenschappen, ten einde de resultaten van deze wetenschappen voor het handelen van de kerk vruchtbaar te kunnen maken Het is juist de vraag of sommige van de desastreuse gevolgen van theologische programma’s niet voortgevloeid zijn uit het feit dat deze theologische programma’s te wijsgerig georiënteerd waren en te weinig contact met de empirische werkelijkheid gehad hebben Het is de vraag of Karl Barth niet gelijk heeft wanneer hij in zijn Einführung in die Evangelische Theologie (p 198) zegt dat het spraak- en taalprobleem het eigenlijke gebied van de praktische theologie uitmaakt, en dat deze problematiek niet tot het grondprobleem van exegese en dogmatiek gemaakt moet worden Hoe het ook zij, meer dan ooit ziet de praktische theologie zich voor enorme opgaven gesteld, vooral nu deze wetenschap van weerszijden gedrongen wordt door het missionaire bewustzijn van de kerk en de enorme hoeveelheid aandacht die in onze tijd aan de communicatievragen in het algemeen geschonken wordt Het zou dwaas zijn de toekomstige predikant niet in te leiden in de kennis van de moderne mens en de huidige wereld, zowel als in de “spelregels” voor het contact met deze mens in deze wereld Omdat deze inleiding echter een theologisch karakter moet dragen, kan de praktische theologie zich niet onttrekken aan de taak zeer uitgebreid kennis te nemen van alle gegevens die de sociale wetenschappen ter beschikking kunnen stellen, en deze gegevens theologisch te doorlichten Willen wij de toekomstige predikant hier echter enigszins verantwoord kunnen inleiden, dan is het duidelijk dat er een enorme uitbreiding van de activiteiten van de ambtelijke vakken en de aanvullende praktische opleiding moet plaatsvinden.
Daarmee staan wij bij een derde oorzaak voor de huidige relevantie van de ambtelijke vakken Het is het moderne levensbesef, dat wij misschien het beste kunnen typeren met het modewoord secularisatie De jongste theologische ontwikkelingen vertonen een sterke beklemtoning van het feit dat de moderne mens “mondig” geworden is en dat wij een a-religieuse tijd binnengaan waarin er geen ruimte meer zal zijn voor mythen en metaphysica, alleen nog maar voor de waarachtigheid en de daad van het zijn-voor-de-anderen, de pro-existentie Dat men zich ten onrechte op Dietrich Bonhoeffer beroept voor alles wat hier als zijn theologische erfenis voorgedragen wordt, kan als bekend verondersteld worden Het feit echter dat deze gedachten in onze tijd zoveel ingang gevonden hebben, maakt het meer dan duidelijk dat het geestelijk klimaat vandaag zich slecht verdraagt met de massieve Woord-theologie van Karl Barth en roept om een theologie van de menselijke daad en het menselijk zoeken van de waarheid.
Nu zoo men kunnen denken dat deze ontwikkeling juist voor de praktische theologie stagnerend moet werken, omdat een a-religieuse tijd geen ruimte meer schijnt te hebben voor bv. de liturgie en het bekende, typisch-kerkelijke handelen, de zaken waarmee de praktische theologie eigenlijk te maken heeft Toch is het tegendeel waar. De antimetaphysische tendens in de theologie heeft juist ten opzichte van de praktische theologie geweldig stimulerend gewerkt, en dat niet alleen omdat men opnieuw geroepen is de zin van alle kerkelijke handelingen opnieuw te doordenken, maar vooral ook omdat deze tendens een soort speelruimte voor de praktische theologie vrijgemaakt heeft.
Men hoort vaak de kritiek dat de theologie van het Woord te weinig mogelijkheden bood om de aandacht voor de kerkelijke handelingen te stimuleren, omdat alle menselijke handelingen in het licht van het oppermachtig goddelijk handelen van enig werkelijk belang beroofd zouden zijn Of deze kritiek helemaal waar is, valt te betwijfelen, maar het feit dat deze kritiek uitgesproken wordt, is verhelderend voor het theologisch klimaat Men vindt namelijk dat er vandaag veel meer muziek zit in het woord van Bonhoeffer, dat wij in deze wereld moeten leven etsi Deus non daretur (meestal vertaald met: alsof God niet bestaat) Wanneer praktische theologen dit woord vandaag opnemen, staat daarin een heel programma geschreven De praktische theologie wil zich namelijk niet meer bezig houden met de (dogmatisch genoemde) vraag hoe het zit met de verhouding tussen het goddelijk en het menselijk handelen, maar wil zich werpen op de vraag hoe de kerk haar woord en daad vandaag in deze wereld van betekenis kan laten zijn, uitgaande van het feit dat wij met de mens te maken hebben en dat wij verantwoordelijk zijn de boodschap voor hem verstaanbaar te maken etsi Deus non daretur De praktische theologie wil niet haar denken over de handelingen van de kerk laten doorkruisen door de gedachte dat onze handelingen uiteindelijk niet van zoveel belang zijn, aangezien God toch door de Heilige Geest van onze zwakste pogingen evengoed als van onze beste pogingen gebruik kan maken, maar wil over de handelingen van de kerk spreken alsof alles van de kerk zelf afhangt.
Het is niet moeilijk te zien hoe deze visie een enorme speelruimte voor de praktische theologie schept om alle menselijke mogelijkheden af te tasten, de sociologie, psychologie, pedagogiek en zelfs de cybernetica ten volle voor het kerkelijk handelen nuttig te maken Nu het kerkelijk handelen praktisch “geontmythologiseerd” is, wordt het pas goed mogelijk het kerkelijk handelen onder het gezichtspunt van sociologische en psychologische processen te bekijken en kan men de moderne wetenschappelijke methoden – zelfs in de zin van “natuurwetenschappelijke methoden” voor de praktische theologie bruikbaar maken Nog nooit is er zo’n enthousiasme geweest voor een praktische en pragmatische aanpak van de vragen rondom het leven van de kerk en een roep om planning voor de toekomst als juist nu.
De praktische theologie is actueler dan ooit.
Wat van dit alles te denken?
Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn dat de diakonia van de kerk weer midden in de theologische belangstelling gekomen is Wij kunnen ook alleen maar dankbaar zijn dat de ogen open gegaan zijn voor de noodzaak van een praktische oriëntering van de theologische studie Wij kunnen zelfs de missionaire gerichtheid van de theologie toejuichen en instemmen met de opvatting dat het juist voor de diakoniologische vakken noodzakelijk is degelijk kennis te nemen van het communicatieproces en van alle mogelijkheden die aan ons geboden worden om het communicatieproces ter wille van het evangelie zo goed mogelijk te laten verlopen Daarom zijn wij ook blij dat het thans mogelijk schijnt te zijn een uitbreiding te geven aan de terreinen waarop de ambtelijke vakken zich bewegen.
Maar daarmee is niet gezegd dat wij de theologische achtergronden van de huidige ontwikkeling in alles kunnen meemaken De ambtelijke vakken moeten ook niet uitgeleverd worden aan een wetenschappelijke methode waarin de theologie niet meer theologie kan blijven en waarin er een scheiding aangebracht moet worden tussen dogmatische kennis en praktische techniek Over deze vragen zal het gesprek dan ook voortgezet moeten worden.
Op zichzelf ook al een reden waarom de diakoniologische theologie vandaag zo actueel geworden is.